Emma (1) heeft twee vaders en een moeder

Ruim een jaar geleden werd Emma geboren. Op precies dezelfde manier als ieder ander kind, maar in een buitengewoon gezin.

Eelco en Maarten zijn bijna zestien jaar samen. De kinderwens die Eelco al jaren had, kwam bij Maarten pas later. Kort na hun huwelijk in 2009 verraste hij zijn man met een ingevuld adoptieformulier. Daarna begon een slepend traject met trainingen en verplichte voorlichting. Totdat Maartens studievriendin Mabel een idee kreeg.

Ook Mabel wilde graag een kind: “Ik stond op het strand van Bali met Maarten en Eelco naar het vuurwerk te kijken. Toen bedacht ik hoe bijzonder het zou zijn om dat met hen te doen. Met hun stabiliteit, warmte en normen en waarden kon ik me geen betere vaders voorstellen.”

Van echo naar echo

Mabel besloot haar gedachte enkele weken later aan de mannen voor te leggen. Ze moesten het even laten bezinken, maar waren enthousiast. In de jaren die volgden, fantaseerde het drietal er veel over. Wat zou het voor het kind betekenen en voor hen als ouders? Hoe zat het juridisch? Ze schreven de afspraken op in een onderling ouderschapsplan.

Begin 2013 was er genoeg gepraat. Al bij de derde inseminatie was Mabel zwanger. De drie aanstaande ouders leefden van echo naar echo, ontdekten dat hun dochter kerngezond was, voelden haar voor het eerst schoppen. Op 4 mei 2014 werd Emma geboren.

Als biologische vader moest Eelco zijn dochter erkennen. Dat kon echter niet vanwege zijn huwelijk met Maarten: voor de wet was Emma een buitenechtelijk kind. “De gemakkelijkste optie was scheiden van Maarten”, lacht Eelco. “Maar gelukkig was de gemeente Leiden heel begripvol, betrokken en meedenkend.” Leiden liep daarmee vooruit op een wetswijziging die kort voor Emma’s geboorte inging.

Toch is de wet nog niet perfect. Een kind mag maar twee ouders hebben en dus kan Maarten formeel alleen voogd zijn. “Principieel klopt dat niet, maar emotioneel zit het goed”, zegt hij. “Voor Emma ben ik gewoon een van haar vaders.”

Hechte vriendschap

Emma verblijft de helft van de tijd bij haar moeder en de andere helft bij haar vaders. Bedtijden, eten en andere praktische zaken zijn allemaal afgestemd. “Straks gaat de opvoeding echt beginnen”, zegt Eelco. “Dan moet ze duidelijkheid hebben. Wij drieën blijven daarom voortdurend in gesprek.”

Mabel ziet voor Emma vooral voordelen: “Ze heeft een familie van hier tot Tokio. En haar vaders en moeder wonen misschien niet samen, maar ze hebben wel een hechte vriendschap. Ik kan niet wachten om Emma te vertellen over het huwelijk van haar vaders en over onze gezamenlijke vakanties.”

Hoewel familie en vrienden heel positief zijn, weten de ouders dat de buitenwereld harder is. Ze maken zich wel eens zorgen over pesterijen. Daarom zoeken ze een ruimdenkende school en nemen ze de tijd om kinderen in hun omgeving uitleg te geven over de situatie.

Het tekent de zorgvuldigheid van de drie. Zij beseffen dat hun geluk niet vanzelfsprekend is. “Het is prachtig dat dit kan in Nederland”, zegt Maarten. “Als mijn wieg ergens anders had gestaan, was ik nu veel minder gelukkig geweest.”

Dat geldt voor Emma ook. Zij heeft niet twee, maar drie ouders die heel veel van haar houden. Over een paar jaar komt ze erachter hoe bijzonder dat is.